Negende roman van de Vlaamse auteur en politiecommissaris Christian De Coninck (1960) over de Brusselse commissaris Stijn Goris en zijn collega Stef Pauwels. Een mysterieuze verdwijning van een vrouw in Laken zet de speurders in eerste instantie op het verkeerde spoor. Als kort daarna nog twee mensen in dezelfde buurt onder verdachte omstandigheden overlijden, krijgt de zaak topprioriteit. En alsof dat nog niet genoeg is, is het hele politieapparaat met man en macht in de weer om een vuurgevaarlijke vrouwenhandelaar te pakken te krijgen. Het lijken twee losstaande zaken maar is dat wel zo? Vlot geschreven, spannend verhaal met veel dialogen waarbij de auteur veelvuldig gebruik maakt van politiejargon en dit ook toelicht. Het Vlaams taalgebruik – met een enkel zinnetje in Brussels dialect – draagt bij aan de karakteristieke sfeer van de roman. Weinig typerende omgevingsbeschrijvingen, dat is wat jammer. De hoofdpersonages zijn goed uitgewerkt. Er wordt her en der terloops verwezen naar eerdere avonturen maar het boek kan prima op zichzelf staand gelezen worden. Prettig leesbaar. Verberg tekst